Post by Mikey Ché on Jun 4, 2008 10:25:48 GMT 1
Lonen: top voor de managers, stop voor de werknemers?
Marco Van Hees en Mark Kennes
De lonen van de topmanagers stijgen fabuleus. Is dat loon naar werk? Niet echt, zegt een professor van de Antwerpse universiteit. En wat doet de regering aan de gapende kloof tussen de megalonen en de slinkende koopkracht van de werkende mensen?
Interview met professor Arjen van Witteloostuijn (UA)
Managementprofessor Arjen van Witteloostuijn valt niet te spreken over de huidige managementtechnieken en nog minder over de riante toplonen in de sector.
Professor Arjen van Witteloostuijn was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en decaan van de faculteit economie en bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Hij maakte drie jaar lang deel uit van de vijfkoppige Raad van Economische adviseurs, die verbonden was aan de Nederlandse Tweede Kamer. Vandaag werkt professor van Witteloostuijn aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
U werkt aan het departement Management van de faculteit TEW aan de Universiteit Antwerpen en bent opvallend kritisch voor de meeste managers.
Inderdaad. Ik maak graag de vergelijking met de geneeskunde. Daar heb je langs de ene kant ‘Evidence Based Medicine’, dus medicijnen ontwikkeld op wetenschappelijke basis, en langs de andere kant kwakzalvers. Vandaag heeft die laatste groep de overhand binnen de managementwetenschap, met de grote consultancybedrijven op kop. Zij recycleren steeds dezelfde theorieën zonder dat daar voldoende systematisch onderzoek naar gebeurd is. Er is een gebrek aan ‘Evidence Based Management’.
Je hebt ook veel academici die daarin meestappen. Zij maken vaak deel uit van hetzelfde ‘wereldje’ of zouden graag zelf ‘managementgoeroe’ worden. Daarnaast zijn er wel veel kritische en wetenschappelijke onderzoekers, maar naar hen wordt bijna niet geluisterd. Huisartsen worden voortdurend op de hoogte gehouden van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen. Voor managers bestaat zo’n systeem spijtig genoeg niet.
Welke problemen ziet u bij de hedendaagse managementtechnieken?
Tijdens de vorige eeuw hebben we een professionalisering van het management meegemaakt. Vroeger bestond dat niet, dan stond de baas vaak mee met zijn werknemers in de productie. Die professionalisering is natuurlijk geen slechte zaak, maar is wel te ver doorgeschoten. Daarmee bedoel ik dat er een enorme kloof gaapt tussen het management en de werkvloer. Voor veel managers maakt het zelfs niet meer uit wat voor soort onderneming ze leiden, of het nu een kauwgomballenfabriek is of een ziekenhuis, ze passen overal dezelfde methoden toe. Dat wordt natuurlijk helemaal erg als die methoden, zoals ik daarnet zei, vaak op lucht zijn gebaseerd.
Volgens u luisteren managers teveel naar de korte termijneisen van hun aandeelhouders en financieel analysten in plaats van naar wetenschappelijk onderzoek.
Dat heeft veel te maken met de manier waarop managers vandaag beloond worden. Aangezien een groot deel van hun salaris bestaat uit aandelenpakketten en –opties, hebben ze er zelf baat bij om de waarde van het bedrijfsaandeel zo snel mogelijk te laten stijgen.
Een snelle manier om de aandelenkoers omhoog te krijgen, is op kosten besparen en de gemakkelijkste plaats om te besparen is de werkvloer. Door mensen af te danken of hele productie-eenheden te sluiten. Telkens als zo’n sanering wordt aangekondigd, schiet de beurskoers omhoog. Dat effect blijft echter niet duren en dus moet er opnieuw bespaard worden. Ik noem dat de anorexiestrategie. Op langere termijn blijft er niets meer over van het bedrijf en gaat het daar aan ten onder. Op dat moment zijn die managers natuurlijk al lang weer ergens anders naartoe.
Vorige week raakte bekend dat de lonen van veel topmanagers het afgelopen jaar opnieuw flink gestegen zijn. Een aantal economen blijft echter volhouden dat die lonen gerechtvaardigd zijn.
Inderdaad, ze zeggen dan dat die hoge lonen het gevolg zijn van de marktwerking en dat ze nodig zijn om als bedrijf de meest gekwalificeerde mensen aan te trekken. Dat de beste topmanagers anders naar het buitenland zullen trekken. Ik ben het daar grondig mee oneens.
Ten eerste wordt het belang en de invloed van die topmanagers op de bedrijfsprestaties overschat. Ten tweede bestaat er in feite geen markt voor topmanagers. Het is een netwerk, waarbij ze in vrij kleine kring elkaar postjes toespelen, zonder al te veel internationale mobiliteit trouwens. Ten derde denk ik dat het de economie eerder ten goede zou komen, mochten die managers zich wat bescheidener opstellen. De buitensporige lonen die vandaag worden toegekend, hebben een negatief effect op de moraal van de werknemers.
De manier waarop die lonen bepaald worden blijft trouwens nog altijd ontzettend ondoorzichtig. We hebben een onderzoek uitgevoerd naar Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, waarbij we op basis van hun gegevens probeerden om zelf de beloning van de managers te berekenen. Het is ons bij geen enkel bedrijf gelukt.
Al enkele jaren leidt de publicatie van deze toplonen tot een maatschappelijk debat, vindt u dat de overheid moet tussenkomen?
Veel economen pleiten nog steeds voor een systeem van ‘zelfregulering’ door de bedrijven zelf. Een kleinere groep vindt dat echter naïef.
Het feit dat Maurice Lippens — de huidige voorzitter van Fortis en opsteller van de ‘Code Lippens’ (bedrijfscode voor ethisch ondernemen) — zichzelf net een loonsverhoging van 75 % heeft toegekend, pleit niet meteen voor zelfregulering...
Ik ben persoonlijk ook cynisch over zelfregulering, omdat je dus aan die mensen gaat vragen om in hun eigen vlees te snijden. Meestal wordt dan gekeken naar de aandeelhouders om tussen te komen, maar ik vindt dat een verouderde term. Men zou beter spreken van aandeelhandelaars. Zij hebben vaak geen enkele band meer met het bedrijf, waar ze aandelen van bezitten en zijn uit op zo snel mogelijke winst. De toekomst van het bedrijf zelf, maakt hen dus niet veel uit. Daarenboven circuleren de grote aandeelhouders ook vaak in hetzelfde netwerk als de topmanagers.
In een ideaal Europa zou de Europese Commissie moeten tussen komen om te bepalen dat een topmanager in feite niets anders is dan een gewone werknemer en dus ook een gewoon loon moet worden uitbetaald in plaats van al dat gedoe met die aandelenpakketten. Dat loon mag van mij wat meer zijn dan dat van andere werknemers, maar vandaag is het verschil werkelijk buiten elke proportie. Men kan natuurlijk ook door middel van belastingen te werk gaan. Op de toplonen mag dat gerust 80 % zijn.
Misschien wordt het ook tijd om ons vragen te gaan stellen bij de verhouding tussen de twee productiefactoren arbeid en kapitaal. Er zijn twee zaken die ik persoonlijk belangrijk vindt. Een eerste is de kwestie van democratie in het bedrijf: het personeel mee laten beslissen. Waarom zou een topmanager niet door het personeel verkozen kunnen worden? Een tweede is de eigendomsvraag. Tijdens de 19e eeuw is er beslist om de eigendom van een bedrijf bij de productiefactor kapitaal ¬— de aandeelhouders — te leggen. Misschien wordt het tijd dat de factor arbeid — de werknemers — die eigendom voor een substantieel deel overneemt.
De bedrijven hebben te veel geld, zegt een liberale economist
Etienne de Callataÿ is hoofdeconoom bij Degroof, een bank voor rijkelui, je kan hem moeilijk verdenken van syndicale sympathieën. Nochtans suggereert hij in een interview met de beurskrant L’Echo van 5 april dat de bedrijven met een overschot aan geld zitten. Een vreemde uitval, zeker nu in patronale kringen iedereen klaagt over de belastingen die de bedrijven moeten betalen, vooral op de lonen.
Er is een uitleg voor het mysterie. “De bedrijfswinsten van de in België gevestigde bedrijven, verduidelijkt de Callataÿ, zijn voor het eerst in vijf jaar gedaald (- 11 procent in 2007) maar de dividenden die ze uitkeren zijn in diezelfde periode geëxplodeerd (+ 42 %), zodat die liefst de helft van die winsten wegkapen (10 van de 20 miljard euro).”
Ondanks een dipje voor de bedrijven, blijven de aandeelhouders hun zakken vullen. Is dat geen schande? Neen, antwoordt de economist. “De geschiedenis leert dat de bedrijven die over veel geld beschikken, het niet altijd verstandig gebruiken: het is geweten dat in tijden van euforie de aankopen niet altijd ten goede komen van de kopers maar wel van de verkopers.”
U hebt het goed gelezen: de bedrijven beschikken over te veel geld. Alleen vindt de Callataÿ dat dit geld naar de aandeelhouders moet gaan. Het komt bij hem niet eens op dat dit zou kunnen dienen om de lonen te verhogen.
Alles stijgt, behalve onze lonen
Loonmassa van de federale regering: + 42 %
Dividenden: + 42 %
Lonen topmanagers: + 15 %
Consumptieprijzen: + 3,46%
Reële lonen: - 1,93%
Een woordje uitleg
*Federale regering: de nieuwe regering Leterme I telt 22 ministers en staatssecretarissen, tegenover 15 vroeger. De weddes zijn gestegen van 3 miljoen naar 4,26 miljoen euro (+42 %).
*Dividenden: in 2007 hebben de op de beurs van Brussel genoteerde bedrijven meer dan 10 miljard euro dividenden aan hun aandeelhouders uitgekeerd, een stijging met 42 % tegenover 2006.
*Lonen van de topmanagers: de vijf topmanagers van de belangrijkste op de Brusselse Beurs genoteerde bedrijfen (zie tabel) verdienden in 2007 samen 18,8 miljoen euro (+15 %)
*Consumptieprijzen: volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn de consumptieprijzen (inflatie) tussen maart 2007 en maart 2008 gestegen met 4,39 %.
*Lonen: volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn de uurlonen in de industrie tussen januari 2007 en januari 2008 met 1,45 % gestegen. Trek daar de 3,46 % inflatie tijdens deze periode van af en je komt op een daling met 1,93 %.
3,9 miljoen euro voor de Fortis-baas…
Zo’n 35.000 betogers trokken op 5 april door Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, op initiatief van het Europees Vakverbond (EVV). Die dag kwamen de ministers van Financiën van de 27 enkele kilometer verder bijeen voor overleg over de problemen met de inflatie. Bernard Thibault, (CGT, Frankrijk) en Michael Sommer (DGB, Duitsland) pleiten voor meer coördinatie in de strijd voor loonsverhogingen in heel Europa. (Foto Belga)
Jean-Paul Votron, voorzitter van het directiecomité van Fortis, kreeg in 2007 een basissalaris van 750.000 euro, een bonus van 2,5 miljoen euro en nog eens 660.800 euro voor zijn pensioenplan en andere snuisterijen. Totaal: 3,91 miljoen euro bruto. We vergeten dan nog de 41.775 Fortis-aandelen die hij kreeg en de 49.655 aandeelopties.
Elk jaar maakt het loon van de heer Votron een fikse sprong (zie elders). In 2007 werd hij uiteraard extra beloond voor de overname van ABN Amro door Fortis, maar natuurlijk ook voor het drukken van de kosten, vooral van de personeelskosten. Onlangs nog vertrouwde een vakbondsafgevaardigde ons toe dat het brutoloon van de Fortis-medewerkers niet meer verhoogd was sinds… 20 jaar (Solidair, 22 januari 2008). Kortom: het loon van Votron explodeert omdat het loon van het personeel stagneert. En dat bewijst dan weer dat de aandeelhouders – vooral de rijke familie Lippens – niet (iedereen) ondankbaar zijn.
… en een cadeau van Reynders van 192.558 euro
Jean-Paul Votron wordt niet alleen verwend door Fortis, hij wordt ook goed bediend door onze minister van Financiën. De fiscale hervorming, die Didier Reynders in 2004 lanceerde, is een enorm cadeau voor de grootste inkomens. De hervorming schafte de twee hoogste aanslagvoeten van 52,5 % en 55 % af, waar alleen de rijken wel bij varen, want hoe hoger je inkomen, hoe groter het cadeau.
Neem bijvoorbeeld het loon voor 2007 van Votron. Dankzij de belastinghervorming wordt zijn loon boven de 32.270 euro belast aan 50 %. Voor de hervorming werd een deel belast aan 50 %, een ander deel aan 52,5 % en het grootste deel aan 55 %. Hoeveel bedraagt het cadeau van Reynders aan Votron voor 2007? We hebben het voor u berekend: 192.558 euro. Ongeveer 8 miljoen frank.
Topmanagerslonen 2007
Niet alle lonen moeten matigen...
1. Carlos Brito (Inbev)
€ 4,2 miljoen (+ 9 %)
2. Jean-Paul Votron (Fortis)
€ 3,9 miljoen (+ 15 %)
3. Roch Doliveux (UCB)
€ 3,5 miljoen (+ 9 %)
4. Gérard Mestrallet (Suez)
€ 2,75 miljoen (+ 1 %)
5. Didier Bellens (Belgacom)
€ 2,7 miljoen (+ 42 %)
6. Christian Jourquin (Solvay)
€ 1,7 miljoen (+ 2 %)
Totaal : 18,8 miljoen € (+ 15 %)
Marco Van Hees en Mark Kennes
De lonen van de topmanagers stijgen fabuleus. Is dat loon naar werk? Niet echt, zegt een professor van de Antwerpse universiteit. En wat doet de regering aan de gapende kloof tussen de megalonen en de slinkende koopkracht van de werkende mensen?
Interview met professor Arjen van Witteloostuijn (UA)
Managementprofessor Arjen van Witteloostuijn valt niet te spreken over de huidige managementtechnieken en nog minder over de riante toplonen in de sector.
Professor Arjen van Witteloostuijn was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en decaan van de faculteit economie en bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Hij maakte drie jaar lang deel uit van de vijfkoppige Raad van Economische adviseurs, die verbonden was aan de Nederlandse Tweede Kamer. Vandaag werkt professor van Witteloostuijn aan de faculteit toegepaste economische wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.
U werkt aan het departement Management van de faculteit TEW aan de Universiteit Antwerpen en bent opvallend kritisch voor de meeste managers.
Inderdaad. Ik maak graag de vergelijking met de geneeskunde. Daar heb je langs de ene kant ‘Evidence Based Medicine’, dus medicijnen ontwikkeld op wetenschappelijke basis, en langs de andere kant kwakzalvers. Vandaag heeft die laatste groep de overhand binnen de managementwetenschap, met de grote consultancybedrijven op kop. Zij recycleren steeds dezelfde theorieën zonder dat daar voldoende systematisch onderzoek naar gebeurd is. Er is een gebrek aan ‘Evidence Based Management’.
Je hebt ook veel academici die daarin meestappen. Zij maken vaak deel uit van hetzelfde ‘wereldje’ of zouden graag zelf ‘managementgoeroe’ worden. Daarnaast zijn er wel veel kritische en wetenschappelijke onderzoekers, maar naar hen wordt bijna niet geluisterd. Huisartsen worden voortdurend op de hoogte gehouden van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen. Voor managers bestaat zo’n systeem spijtig genoeg niet.
Welke problemen ziet u bij de hedendaagse managementtechnieken?
Tijdens de vorige eeuw hebben we een professionalisering van het management meegemaakt. Vroeger bestond dat niet, dan stond de baas vaak mee met zijn werknemers in de productie. Die professionalisering is natuurlijk geen slechte zaak, maar is wel te ver doorgeschoten. Daarmee bedoel ik dat er een enorme kloof gaapt tussen het management en de werkvloer. Voor veel managers maakt het zelfs niet meer uit wat voor soort onderneming ze leiden, of het nu een kauwgomballenfabriek is of een ziekenhuis, ze passen overal dezelfde methoden toe. Dat wordt natuurlijk helemaal erg als die methoden, zoals ik daarnet zei, vaak op lucht zijn gebaseerd.
Volgens u luisteren managers teveel naar de korte termijneisen van hun aandeelhouders en financieel analysten in plaats van naar wetenschappelijk onderzoek.
Dat heeft veel te maken met de manier waarop managers vandaag beloond worden. Aangezien een groot deel van hun salaris bestaat uit aandelenpakketten en –opties, hebben ze er zelf baat bij om de waarde van het bedrijfsaandeel zo snel mogelijk te laten stijgen.
Een snelle manier om de aandelenkoers omhoog te krijgen, is op kosten besparen en de gemakkelijkste plaats om te besparen is de werkvloer. Door mensen af te danken of hele productie-eenheden te sluiten. Telkens als zo’n sanering wordt aangekondigd, schiet de beurskoers omhoog. Dat effect blijft echter niet duren en dus moet er opnieuw bespaard worden. Ik noem dat de anorexiestrategie. Op langere termijn blijft er niets meer over van het bedrijf en gaat het daar aan ten onder. Op dat moment zijn die managers natuurlijk al lang weer ergens anders naartoe.
Vorige week raakte bekend dat de lonen van veel topmanagers het afgelopen jaar opnieuw flink gestegen zijn. Een aantal economen blijft echter volhouden dat die lonen gerechtvaardigd zijn.
Inderdaad, ze zeggen dan dat die hoge lonen het gevolg zijn van de marktwerking en dat ze nodig zijn om als bedrijf de meest gekwalificeerde mensen aan te trekken. Dat de beste topmanagers anders naar het buitenland zullen trekken. Ik ben het daar grondig mee oneens.
Ten eerste wordt het belang en de invloed van die topmanagers op de bedrijfsprestaties overschat. Ten tweede bestaat er in feite geen markt voor topmanagers. Het is een netwerk, waarbij ze in vrij kleine kring elkaar postjes toespelen, zonder al te veel internationale mobiliteit trouwens. Ten derde denk ik dat het de economie eerder ten goede zou komen, mochten die managers zich wat bescheidener opstellen. De buitensporige lonen die vandaag worden toegekend, hebben een negatief effect op de moraal van de werknemers.
De manier waarop die lonen bepaald worden blijft trouwens nog altijd ontzettend ondoorzichtig. We hebben een onderzoek uitgevoerd naar Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, waarbij we op basis van hun gegevens probeerden om zelf de beloning van de managers te berekenen. Het is ons bij geen enkel bedrijf gelukt.
Al enkele jaren leidt de publicatie van deze toplonen tot een maatschappelijk debat, vindt u dat de overheid moet tussenkomen?
Veel economen pleiten nog steeds voor een systeem van ‘zelfregulering’ door de bedrijven zelf. Een kleinere groep vindt dat echter naïef.
Het feit dat Maurice Lippens — de huidige voorzitter van Fortis en opsteller van de ‘Code Lippens’ (bedrijfscode voor ethisch ondernemen) — zichzelf net een loonsverhoging van 75 % heeft toegekend, pleit niet meteen voor zelfregulering...
Ik ben persoonlijk ook cynisch over zelfregulering, omdat je dus aan die mensen gaat vragen om in hun eigen vlees te snijden. Meestal wordt dan gekeken naar de aandeelhouders om tussen te komen, maar ik vindt dat een verouderde term. Men zou beter spreken van aandeelhandelaars. Zij hebben vaak geen enkele band meer met het bedrijf, waar ze aandelen van bezitten en zijn uit op zo snel mogelijke winst. De toekomst van het bedrijf zelf, maakt hen dus niet veel uit. Daarenboven circuleren de grote aandeelhouders ook vaak in hetzelfde netwerk als de topmanagers.
In een ideaal Europa zou de Europese Commissie moeten tussen komen om te bepalen dat een topmanager in feite niets anders is dan een gewone werknemer en dus ook een gewoon loon moet worden uitbetaald in plaats van al dat gedoe met die aandelenpakketten. Dat loon mag van mij wat meer zijn dan dat van andere werknemers, maar vandaag is het verschil werkelijk buiten elke proportie. Men kan natuurlijk ook door middel van belastingen te werk gaan. Op de toplonen mag dat gerust 80 % zijn.
Misschien wordt het ook tijd om ons vragen te gaan stellen bij de verhouding tussen de twee productiefactoren arbeid en kapitaal. Er zijn twee zaken die ik persoonlijk belangrijk vindt. Een eerste is de kwestie van democratie in het bedrijf: het personeel mee laten beslissen. Waarom zou een topmanager niet door het personeel verkozen kunnen worden? Een tweede is de eigendomsvraag. Tijdens de 19e eeuw is er beslist om de eigendom van een bedrijf bij de productiefactor kapitaal ¬— de aandeelhouders — te leggen. Misschien wordt het tijd dat de factor arbeid — de werknemers — die eigendom voor een substantieel deel overneemt.
De bedrijven hebben te veel geld, zegt een liberale economist
Etienne de Callataÿ is hoofdeconoom bij Degroof, een bank voor rijkelui, je kan hem moeilijk verdenken van syndicale sympathieën. Nochtans suggereert hij in een interview met de beurskrant L’Echo van 5 april dat de bedrijven met een overschot aan geld zitten. Een vreemde uitval, zeker nu in patronale kringen iedereen klaagt over de belastingen die de bedrijven moeten betalen, vooral op de lonen.
Er is een uitleg voor het mysterie. “De bedrijfswinsten van de in België gevestigde bedrijven, verduidelijkt de Callataÿ, zijn voor het eerst in vijf jaar gedaald (- 11 procent in 2007) maar de dividenden die ze uitkeren zijn in diezelfde periode geëxplodeerd (+ 42 %), zodat die liefst de helft van die winsten wegkapen (10 van de 20 miljard euro).”
Ondanks een dipje voor de bedrijven, blijven de aandeelhouders hun zakken vullen. Is dat geen schande? Neen, antwoordt de economist. “De geschiedenis leert dat de bedrijven die over veel geld beschikken, het niet altijd verstandig gebruiken: het is geweten dat in tijden van euforie de aankopen niet altijd ten goede komen van de kopers maar wel van de verkopers.”
U hebt het goed gelezen: de bedrijven beschikken over te veel geld. Alleen vindt de Callataÿ dat dit geld naar de aandeelhouders moet gaan. Het komt bij hem niet eens op dat dit zou kunnen dienen om de lonen te verhogen.
Alles stijgt, behalve onze lonen
Loonmassa van de federale regering: + 42 %
Dividenden: + 42 %
Lonen topmanagers: + 15 %
Consumptieprijzen: + 3,46%
Reële lonen: - 1,93%
Een woordje uitleg
*Federale regering: de nieuwe regering Leterme I telt 22 ministers en staatssecretarissen, tegenover 15 vroeger. De weddes zijn gestegen van 3 miljoen naar 4,26 miljoen euro (+42 %).
*Dividenden: in 2007 hebben de op de beurs van Brussel genoteerde bedrijven meer dan 10 miljard euro dividenden aan hun aandeelhouders uitgekeerd, een stijging met 42 % tegenover 2006.
*Lonen van de topmanagers: de vijf topmanagers van de belangrijkste op de Brusselse Beurs genoteerde bedrijfen (zie tabel) verdienden in 2007 samen 18,8 miljoen euro (+15 %)
*Consumptieprijzen: volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn de consumptieprijzen (inflatie) tussen maart 2007 en maart 2008 gestegen met 4,39 %.
*Lonen: volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek zijn de uurlonen in de industrie tussen januari 2007 en januari 2008 met 1,45 % gestegen. Trek daar de 3,46 % inflatie tijdens deze periode van af en je komt op een daling met 1,93 %.
3,9 miljoen euro voor de Fortis-baas…
Zo’n 35.000 betogers trokken op 5 april door Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, op initiatief van het Europees Vakverbond (EVV). Die dag kwamen de ministers van Financiën van de 27 enkele kilometer verder bijeen voor overleg over de problemen met de inflatie. Bernard Thibault, (CGT, Frankrijk) en Michael Sommer (DGB, Duitsland) pleiten voor meer coördinatie in de strijd voor loonsverhogingen in heel Europa. (Foto Belga)
Jean-Paul Votron, voorzitter van het directiecomité van Fortis, kreeg in 2007 een basissalaris van 750.000 euro, een bonus van 2,5 miljoen euro en nog eens 660.800 euro voor zijn pensioenplan en andere snuisterijen. Totaal: 3,91 miljoen euro bruto. We vergeten dan nog de 41.775 Fortis-aandelen die hij kreeg en de 49.655 aandeelopties.
Elk jaar maakt het loon van de heer Votron een fikse sprong (zie elders). In 2007 werd hij uiteraard extra beloond voor de overname van ABN Amro door Fortis, maar natuurlijk ook voor het drukken van de kosten, vooral van de personeelskosten. Onlangs nog vertrouwde een vakbondsafgevaardigde ons toe dat het brutoloon van de Fortis-medewerkers niet meer verhoogd was sinds… 20 jaar (Solidair, 22 januari 2008). Kortom: het loon van Votron explodeert omdat het loon van het personeel stagneert. En dat bewijst dan weer dat de aandeelhouders – vooral de rijke familie Lippens – niet (iedereen) ondankbaar zijn.
… en een cadeau van Reynders van 192.558 euro
Jean-Paul Votron wordt niet alleen verwend door Fortis, hij wordt ook goed bediend door onze minister van Financiën. De fiscale hervorming, die Didier Reynders in 2004 lanceerde, is een enorm cadeau voor de grootste inkomens. De hervorming schafte de twee hoogste aanslagvoeten van 52,5 % en 55 % af, waar alleen de rijken wel bij varen, want hoe hoger je inkomen, hoe groter het cadeau.
Neem bijvoorbeeld het loon voor 2007 van Votron. Dankzij de belastinghervorming wordt zijn loon boven de 32.270 euro belast aan 50 %. Voor de hervorming werd een deel belast aan 50 %, een ander deel aan 52,5 % en het grootste deel aan 55 %. Hoeveel bedraagt het cadeau van Reynders aan Votron voor 2007? We hebben het voor u berekend: 192.558 euro. Ongeveer 8 miljoen frank.
Topmanagerslonen 2007
Niet alle lonen moeten matigen...
1. Carlos Brito (Inbev)
€ 4,2 miljoen (+ 9 %)
2. Jean-Paul Votron (Fortis)
€ 3,9 miljoen (+ 15 %)
3. Roch Doliveux (UCB)
€ 3,5 miljoen (+ 9 %)
4. Gérard Mestrallet (Suez)
€ 2,75 miljoen (+ 1 %)
5. Didier Bellens (Belgacom)
€ 2,7 miljoen (+ 42 %)
6. Christian Jourquin (Solvay)
€ 1,7 miljoen (+ 2 %)
Totaal : 18,8 miljoen € (+ 15 %)